DE ONTWIKKELING VAN JE KIND
Je kind kent al veel woorden. Daardoor gaat het steeds meer begrijpen van alles om hem heen. Het kan gerichte opdrachten uitvoeren, zoals ‘pak je bal maar’. Je kind wil alles nadoen wat jij doet. Ook andere kinderen worden interessant. Nog niet zozeer om mee te spelen, maar wel om naar te kijken of aan te raken. Ook bij het praten doet je kind je na. Zo leert het veel van de taal. Ook zegt het woorden om je iets te vertellen of te vragen. Je kind begint te begrijpen dat woorden iets betekenen. Misschien praat het nog niet zo goed, het weet wél goed wat het bedoelt. Je kind begint echt te spelen en gaat zijn fantasie gebruiken. De pop krijgt ook een hapje eten. De kinderstoel is opeens een auto met het lege bord als stuur. Je kind heeft veel belangstelling voor zijn eigen lichaam. De verschillende lichaamsdelen benoemen en aanwijzen is een leuk spel. Er zijn ook veel liedjes en versjes waarin de verschillende lichaamsdelen voorkomen. Zoals ‘Klap eens in je handjes’ en ‘Deze vuist op deze vuist’.
FIJN OM TE WETEN
Van voor naar achter?
Je hoeft een boek niet van voor naar achter te lezen. Je kind kan ook best in het midden of achteraan beginnen. Of het wil meteen naar de volgende bladzijde. Dat geeft niet. Later komt de goede volgorde wel. Je kunt het wel al een beetje sturen: eerst dit plaatje, en dan de volgende bladzijde.
Bewegen, geluiden, rijmpjes en spelletjes
Je bent er al vroeg mee begonnen en ze horen er nog steeds bij, de liedjes, versjes en spelletjes. Samen rijmpjes en versjes opzeggen is een leuk spel. Het zijn net kleine, grappige verhalen. Je kind geniet van de klanken en de herhalingen. Beweeg er bij, je kind gaat vanzelf meedoen. Je hebt samen veel plezier!
Herhaling
Een jong kind wil graag hetzelfde boek keer op keer lezen. Het is goed om dat te doen. Dan leert het ‘t verhaal steeds beter kennen. Vandaag vindt het dit ene plaatje spannend. Morgen ziet het opeens iets nieuws op een ander plaatje. Zo komt er aandacht voor de moeilijkere dingen in het verhaal.