Irene van Vloten, negentien jaar en zeer zelfstandig, wordt door haar grootmoeder uitgenodigd haar een poos gezelschap te houden in een luxe hotel te Rapello in Italië. Oma heeft een zeer wereldse opvatting en daarom zijn er bij Irenes ouders wel bedenkingen, maar ze hebben vertrouwen in hun dochter en laten haar daarom toch gaan. In het hotel maakt Irene kennis met Marian van der Wouden, een modern Hollands meisje. Samen maken ze veel uitstapjes en ook eten ze een aantal maal in leuke restaurantjes. Ze krijgen al snel gezelschap van de twee aardige jongens, Hans en Wim. Als blijkt dat achter haar oma's uitnodiging de bedoeling zit om Irene uit te huwelijken aan een goede partij, is Irene woedend. De jongeman die haar oma heeft uitgekozen, valt ook niet bepaald in de smaak van Irene. Scherpe woorden over en weer, zijn hiervan het gevolg. Irene houdt voet bij stuk en tenslotte erkent oma Irenes recht op haar eigen stijl van leven.