Frederik van Houten Het weergaeloos groot goedt weggelegt voor de geenen, die den Heere vreezen; en de gelukzaligheijdt van des Heeren uijtverkooren bondvolk, over Psalm 31: 20 en 33: 12; nevens 14 predikatiën over verscheijdene uitgezochte texten; waarbij gev. is schets der heerlijkheijdt met opzichte op Rom 8: 18
Gedrukt boek