Ik denk, dus zij is
vrouwelijke intellectuelen in een historisch en literair perspectief
Gedrukt boek
Het onderzoeksgebied dat in deze bundel centraal staat wordt gedefinieerd als een studie naar de opkomst van intellectuele vrouwen in een context van veranderende sociale omstandigheden. Teresa de Lauretis gaat in haar essay in op de vraag waarom vrouwen intellectueel bezig wilden zijn ondanks de beperkingen en restricties die de maatschappij de vrouwelijke sekse oplegt. Braidotti gaat na wat de crisis van de klassieke visie op het rationele subject betekent voor hedendaagse feministische intellectuelen. John Landes behandelt de kosmopolitische salonbeweging als tegenhanger van het hof in de zeventiende eeuw aan de hand van de theorie van de openbaarheid van Jürgen Habermas. Susan Mendus behandelt twee werken van het 19e eeuwse feminisme: "The enfranchisement of women" van Harriet Taylor (1851) en "The subjection of women (1869) van John Stuart Mill. Joke Hermsen vergelijkt de kritiek van Germaine de Staël en Belle van Zuylen op de Kantiaanse ethiek. Haakma gaat in op de vroeg twintigste-eeuwse opvattingen over de intellectuele aard van de vrouw. Maaike Meijer onderzoekt of vrouwelijke schrijvers in een genre te plaatsen zijn. Zij vraagt zich af of de vrouwelijke intellectueel een geschiedenis heeft, of er een geschiedenis te schrijven is van haar geschriften en of daar nu nog iets van op te steken is. Een en ander wordt toegelicht aan de hand van de geschriften van Betje Wolff.
Meer informatie
Je leent dit boek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.