Joachim Mobachius Het groote voorregt van een volk, bestierd door regte christen overheden en vorsten; vertoond uit Spreuk. VIII, 15, 16
nader toegepast op de plegtige installatie van ... Willem V ...; waer in teffens de bezondere verdiensten van de princen van Orange en Nassau ... worden aengewesen
Gedrukt boek