De introductie van Amerikaanse amusementsmuziek in Nederland stuitte in de jaren twintig op nogal wat weerstand in het verzuilde Nederland: men was bang voor het 'onbeschaafde' dat deze muziek uitstraalde, wat alleen maar tot zedenverwildering kon leiden. Niet muzikale, maar morele en politieke argumenten maakten de dienst uit. In Duitsland reageerde de overheid fel, wat na 1933 uitmondde in een systematische bestrijding van swing- en jazzmuziek door het nazi-regime. In Nederland hield de overheid zich tot 1940 afzijdig, totdat onder Duitse dwang ook Nederland een Kultuurkamer moest instellen, waardoor de vrijheid van muziekmaken aan banden werd gelegd. Uitvoerige beschrijving van het Nederlandse muziekbeleid tijdens de bezetting, dat o.a. leidde tot een uitbanning van de jazzmuziek.