In dit boek worden de eerste levensjaren beschreven van een hert in de Schotse Hooglanden. Rooloo, het jonge hertkalf, wordt na de dood van zijn moeder liefdevol verzorgd door een jonge jachtopziener en zijn zoon Ian . Als hij groot en sterk genoeg is gaat hij terug naar de vrije natuur, waaraan hij zich snel weet aan te passen. Het boek beschrijft ook het leven en avonturen met andere dieren die in de Schotse Hooglanden voorkomen. Maar één van de spannendste belevenissen betreft toch Rooloo, als de oude boswachter jacht op hem maakt, omdat hij denkt dat het hert zijn hond heeft gedood. Juist als hij het hert wil neersteken, wordt hij daarvan weerhouden door Ian. Die overtuigt hem ervan dat het helemaal niet vaststaat dat Rooloo zijn hond doodde. Rooloo kan daarom uitgroeien tot een groot en machtig hert.