Poe Ban, een Birmaanse jongen heeft een eigen nog jonge olifant, die hij de naam Die-van-Goud geeft. De olifant is nog te jong en te ongetemd om het werk van volwassenen te doen en wordt afgericht op een olifantenschool, die hij met goed gevolg doorloopt. Andere jongens zijn jaloers op Poe Ban en zijn olifant en ze laten de olifant daarom 's nachts los in een bananenbos, waar hij een verschrikkelijke ravage aanricht. Het kost Poe Ban heel wat moeite om zijn olifant, die eerst van hem wegloopt en in een olifantenkudde terecht komt, te rehabiliteren. Als Poe Ban op een dag oog in oog staat met een tijger, die even daarvoor een panter doodde, weet hij met zijn mes de schedel van de tijger te raken. Maar de tijger is niet dood, alleen maar versuft. Die-van-Goud drukt daarop zijn zware poten op de tijger, zodat het dier voorgoed is uitgeschakeld. Die-van-Goud is daarna de held onder de andere olifanten en Poe Ban mag met zijn olifant van de Engelse opzichter meedoen in de olifantenparade.