Sjoerd Groenman Kanttekeningen bij de voortgang van het sociale onderzoek in Nederland
Gedrukt boek
Prof. Groenman stelt in deze rede het probleem van de betekenis der Nederlandse sociografie voor de sociologie. Wat de onderlinge verhouding tussen deze takken van wetenschap betreft, gaat hij uit van hetgeen door Steinmetz hierover is gezegd. Laatste definieert de sociologie als de wetenschap van de feiten van het menselijk samenleven als zodanig, een abstraherende wetenschap (maatschappijleer), tegenover de concrete sociografie (maatschappijbeschrijving). De eerste ontleent bij deze visie haar feitenmateriaal aan de tweede. In feite, aldus Groenman, omschrijft Steinmetz de sociografie echter als de studie der volken en hun onderdelen in hun verscheidenheid, en blijkt zodoende, zijns ondanks, nog te veel verstrikt in de oude geografie. Steinmetz' definitie heeft er mede toe geleid dat de door hem ten doop gehouden sociografie zich h.t.l. ontwikkeld heeft tot chorografie (= gebieds- of streekbeschrijving). Vele dissertaties uit Steinmetz' school dragen een chorografisch karakter (E. W. Hofstee; E. van Hinte). Zij, die zich sociografen noemen, en die speciale sociologen zouden moeten zijn, hebben zich het aangegeven chorografische uitgangspunt te weinig gerealiseerd. Vandaar dat Groenman de sociografie een andere definitie wil geven: de studie van groepen en groepsverschijnselen in hun verscheidenheid. Deze laatste naar plaats en tijd, daar de individualiserende sociologie, de sociografie, zich, evenmin als de algemene sociologie, kan beperken tot de studie van sociale verschijnselen zoals zij in ruimtelijke verscheidenheid in het heden voorkomen. De Nederlandse sociografische studies kan men in drie groepen verdelen: die, welke een overzicht bieden van de sociale verschijnselen van een groep zonder dat deze verschijnselen ten volle in de diepte worden onderzocht; die, welke zich beperken tot een enkel facet, doch dit dan ook terdege onderzoeken; en tenslotte die, welke beogen een hogere synthese te bieden en die dus zowel het totale overzicht over de groep bieden alsook op de verschillende facetten diep ingaan. De vraag onder ogen ziende in hoeverre de sociografie materiaal heeft geleverd aan de sociologie, constateert Groenman, dat de sociografische studies aan de sociologie inderdaad wel iets te bieden hebben. De socioloog is dankbaar, doch allerminst voldaan. De werken op chorografische basis bieden hem incidentele gegevens van ongelijke waarde; hij moet het hebben van de facetstudies
Meer informatie
Je leent dit boek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.